Twee keer in de week, op dinsdag en vrijdag om 11.30, maak ik of mijn collega een uitstapje naar Avonturenland. Bewapend met slechts een stofwisdoek en een bijbehorende steel vechten we onze weg door een dichtbegroeide jungle. Je kunt er alleen zijwaarts doorheen. Breder is de loopruimte niet. Onderweg word je bestookt door ongeduldige houthakkers die willen dat je weggaat zodat zij zo snel mogelijk een eigen boom kunnen omhakken en meenemen. Liefst zelfs twee: eentje extra voor morgen.
In de realiteit heet dit Avonturenland de Kleding Uitgifte Automaat (KUA). De jungle bestaat uit uniformen die als takken aan de rails van het apparaat hangen. In de regel wordt het apparaat op pauze gezet en kun je jezelf tussen de uniformen door wringen om de grote hoeveelheid stof op de vloer mee te nemen. Er is maar één efficiënte route die je kunt nemen. Die route brengt je van het midden van de automaat naar twee doodlopende stukken aan de ene buitenkant. Vervolgens word je naar de uitgifteapparaten aan de overzijde geleid en terug naar het midden. Dan moet weer voorbij de uitgifteapparaten. Tenslotte kun je jezelf langs de gehele buitenkant wringen, waar de loopruimte het smalst is. Je komt er dan aan de andere kant weer uit. Het geheel duurt een kleine 10 minuten.
Dat is als het apparaat uit staat. Heel soms wil het gebeuren dat hij niet (helemaal) uit staat. Dan sta je tussen twee rails met daaraan om de 3 centimeter een uniform. De ene rail beweegt de ene kant op, de andere doet het tegenovergestelde. Dat is alsof je in de middenberm van de snelweg staat, met het verschil dat elk uniform tegen je schouder aan slaat. Je kunt er horendol van worden.
Staat het apparaat wel uit, dan heb je met hele andere problemen te maken. Hoewel deze taak op vaste dagen en op vaste tijden ingeroosterd is, is niet iedereen daarvan op de hoogte. Niet vreemd, want er hangt geen mededeling hierover aan de kant van de uitgifte. In het mildste geval hoor je door de openingen van de uitgifteapparaten mensen ongeduldig klagen. Mocht ik persoonlijk aangesproken worden, dan is mijn regel ‘zo lang u tegen mij klaagt blijf ik stilstaan’. Uiteraard vraagt iemand zich, net als bij andere schoonmaakwerkzaamheden, wel eens hardop af waarom we dit niet ’s nachts doen. Soms komt er een gehaaste verpleegkundige de ruimte binnen gestormd die ‘echt nú een uniform moet hebben’. Dan moet de medewerker van de kledinguitgifte maar wat regelen. In het beste geval staat er nog ergens een rek met uniformen. In het slechtste geval… gaat het apparaat aan terwijl je er middenin staat. Dan kom je, zoals altijd, de KUA uit met genoeg stof om een klein kussen mee te vullen maar heb je in ieder geval weer een avontuur beleefd op je werkdag.